• de belangrijkste syntactische inzichten uit de valentiegrammatica kunnen toepassen bij de lectuur van een Latijnse of Griekse tekst;
• de pedagogisch-didactische visie van de leerplannen klassieke talen over grammatica- en lectuuronderricht kennen en erover reflecteren (om ze in de klas te kunnen toepassen)

Leerkrachten Klassieke Studiën, Latijn en/of Grieks (secundair onderwijs: 1ste, 2de en 3de graad).

Sessie 2:

• Groepsgesprek: welke vragen over valentiegrammatica zijn ondertussen vanuit de klaspraktijk ontstaan? ;
• Heikele kwesties en hun slechts relatieve belang in functioneel grammaticaonderricht:
  • syntactisch onderscheid tussen de "genitief van bezit" en de "datief van bezit"
  • hoe te weten komen of je te doen hebt met een voorwerp of een bepaling?
  • syntactische functie van de handelende persoon en van het vroegere "handelend voorwerp"
  • de "ablatief van vergelijking": zinsdeel of zinsdeelstuk? ;
• Begrippen uit de valentiegrammatica correct toepassen bij de lectuur van een Latijnse of Griekse tekst, niveau tweede graad (oefeningen):
  • begrippen uit de eerste sessie (herhaling)
  • ingebedde predicatie (uitdieping);
• Pedagogisch-didactische aanpak in de klas: hoe de valentiegrammatica uitleggen in de eerste graad?

Sessie 3:

• begrippen uit de eerste en tweede sessie (herhaling en uitdieping)
• lange zinnen met een complexe structuur (voorbeelden uit o.a. Caesar)
• toepassing op poëtische teksten (voorbeelden uit o.a. Ovidius);

De valentiegrammatica wordt echt ingeoefend, o.a. met teksten uit de vier nieuwe handboeken Klassieke Studiën voor het eerste jaar (Ars Legendi, Forum, Pegasus en Pharos).

Daarnaast wordt veel aandacht besteed aan vragen van de aanwezigen en aan uitwisseling van ervaringen uit de klaspraktijk.

Deze module is uitsluitend bedoeld voor deelnemers die in 2010-2011 reeds de ondersteuningsactiviteit "MKT-8 Valentiegrammatica (inleiding)" (organisatie DPB-OND Mechelen-Brussel) hebben gevolgd te Mechelen (4 mei 2011) of te Leuven (11 mei 2011). Zij kunnen namelijk de eerste sessie overslaan en enkel sessie 2 en 3 volgen.

De theorie wordt ingeoefend aan de hand van Latijnse teksten.

Kennis van het Grieks is niet vereist; bij enkele oefeningen wordt wel de mogelijkheid geboden om met Griekse teksten te werken.